Geschiedenis van de luchthaven

Het parkeerplatform, de terminal en de controletoren begin deze eeuw

De luchthaven van Kortrijk-Wevelgem is bijna zo oud als de luchtvaart zelf. Daarom is de historiek van deze luchthaven een dankbare leidraad om ons doorheen de technologische evolutie van de luchtvaart te leiden. En dat is meteen de opzet van het FAS luchtvaartmuseum. Hieronder vind je een samenvatting van de geschiedenis van de luchthaven en de parallellen met de luchtvaartevolutie in het algemeen. Uiteraard valt er veel meer te ontdekken in het FAS luchtvaartmuseum.

De twee wereldoorlogen en de Koude Oorlog hebben een bepalende rol gespeeld in de ontwikkeling van de luchthaven. Het museum brengt dan ook een stukje lokale oorlogsgeschiedenis uit de ruimere omgeving omdat dit een belangrijke context is waarin we de ontwikkelingen op de Wevelgemse luchthaven moeten situeren. Inmiddels heeft de luchthaven zich van haar militaire karakter ontdaan en is ze uitgegroeid tot een belangrijke spil in het socio-economisch weefsel van Zuid-West-Vlaanderen. En toch is er tegenwoordig terug een link met de militaire luchtvaart … ontdek het bij FAS hoe dit tot stand gekomen is.

1917-1918 Het ontstaan tijdens WO.I

De Eerste Wereldoorlog woedt in alle hevigheid. Het vliegtuig is nog jong. De eerste vlucht van de gebroeders Wright vond immers pas eind 1903 plaats. Bij het begin van de oorlog werden de fragiele vliegtuigjes ingezet voor verkenning. Kabelballonnen deden dienst als observatieposten en met Zeppelin luchtschepen waagden de Duitsers zich aan de eerste luchtbombardementen.

Gaandeweg verbreedt het takenpakket voor de vliegtuigen: verkenning, jacht, bombardement. Alle strijdende partijen leggen daarom vliegvelden aan langs beide zijden van het front. De vliegvelden worden aangelegd relatief dicht bij het front, om de beperkte vliegtijd van de toenmalige vliegtuigen maximaal te kunnen benutten, maar toch op voldoende afstand om buiten het bereik van de vijandelijke artillerie te blijven.

 Vzfw. Fritz Krebs van Jasta 6 bij Albatros D.V jachtvliegtuig
Flugplatz Bissegem 1917

In 1916 beginnen de Duitsers met de aanleg van een vliegveld in Bissegem, dat tegen het einde van het jaar meteen uitgebreid wordt tot op het grondgebied van Wevelgem. Vanaf 1917 wordt “Flugplatz Bissegem” operationeel. Flugplatz Bissegem is één van de vele vliegveldjes in de regio, naast Marke, Markebeke, Moorsele, Heule, Izegem, enz.

Verschillende eenheden passeren er de revue. In juni 1917 worden de jachteenheden op Bissegem, Marke en Markebeke onder gezamenlijk bevel geplaatst en vormen zo samen Jagdgeschwader 1. Het stond onder bevel van de legendarische Rittmeister Manfred Freiherr von Richthofen, alias de “Rode Baron”. Dat was slechts één van de vele grote namen die op dit vliegveld zullen passeren. Vooral in de zomer van 1917 zorgt de Derde Slag om Ieper voor heel wat bedrijvigheid. Ondertussen evolueren de vliegtuigen aan beide zijden van het front tot steeds performantere wapentuigen. Op het einde van de oorlog maken geallieerde eenheden nog even gebruik van het vliegveld van Bissegem tijdens het bevrijdingsoffensief. Daarna wordt het er stil en blijft het enige tijd braak liggen.

1924-1940 Militaire vliegschool

Luchtfoto van vliegveld, loodsen en kazerne, 1934

Na WO.I verzorgt de militaire vliegschool in het Limburgse As de opleiding van alle militaire piloten in België. Om tal van redenen, waaronder steenkoolontginning, besluit het Ministerie van Landsverdediging de vliegschool over te brengen naar Wevelgem. Vanaf 1924 wordt deze nieuwe vliegschool operationeel. De vliegschool krijgt vooral oudere vliegtuigen toegeschoven en de instructeurs in de beginperiode hebben dikwijls hun sporen verdiend tijdens WO.I. Het afstandse materieel en de pedagogiek van die tijd zorgen voor nogal wat accidenten en incidenten. Toch worden er heel wat militaire piloten gevormd die later zullen uitblinken tijdens WO.II. en na de wereldbrand de basis zullen leggen voor de Belgische Luchtmacht zoals we die vandaag kennen.

Tijdens deze periode groeit de vliegschool van Wevelgem uit tot een groot complex met een groot vliegveld, diverse loodsen, een kazerne en een sportpiste. Deze installaties drukken dan ook hun stempel op de verdere geschiedenis van het vliegveld.

1940-1945 Tweede Wereldoorlog

Reeds op de eerste dag van de vijandelijkheden in mei 1940 bombardeert de Duitse luchtmacht het vliegveld van Wevelgem. De vliegschool was enkele dagen eerder geëvacueerd naar Stene (bij Oostende). Na de capitulatie strijken Duitse en Italiaanse eenheden neer op het vliegveld van Wevelgem. Ze herstellen het vliegveld en nemen in de zomer van 1940 deel aan de Slag om Engeland. Daarna worden ze vooral defensief ingezet. Jagdgeschwader 26 ‘Schlageter’ is één van de bekendste Luftwaffe-eenheden die vanuit Wevelgem opereren. Tal van beroemde Duitse luchtazen gaan vanuit Wevelgem met hun Focke Wulf 190 of Messerschmidt Me-109 jachtvliegtuigen de geallieerde tegenstanders te lijf.

De vliegtuigen worden dan al helemaal in metaal gebouwd en voorzien van almaar krachtigere zuigermotoren. Ook de boordwapens worden doeltreffender en technische snufjes in de boordinstrumenten helpen piloten om hun weg en doelwit te vinden.

Messerschmitt Me-109 van JG26 voor de loodsen langs de Kortrijksebaan

De Duitsers bouwen het vliegveld verder uit, o.a. met een verlengde en gebetonneerde startbaan en talrijke bunkers. De commandobunker waarin het FAS Luchtvaartmuseum ondergebracht is wordt in 1942-1943 gebouwd. Het vliegveld en de omgeving krijgen het ook enkele malen hard te verduren door geallieerde bombardementen.

Na de bevrijding van de regio Kortrijk in september 1944 maken verschillende geallieerde eenheden gebruik van het vliegveld tijdens het eindoffensief. Vanuit Wevelgem worden o.a. offensieve missies gevlogen ter ondersteuning van de bevrijding van Nederland. Na de capitulatie van Duitsland in mei 1945 blijft nog enige tijd een Royal Air Force eenheid in Wevelgem voor het onderhoud en de herstelling van vliegtuigen van andere eenheden.

1946-1962 Belgische luchtmachtbasis

Gloster Meteor, Spitfire, Harvard, Tiger Moth, Piper Cub en Avro Anson als voorbeeld van het allegaartje aan vliegtuigtypen dat in Wevelgem bewaard werd

In 1946 wordt het vliegveld overgedragen aan de pas opgerichte Belgische Luchtmacht. Het vliegveld krijgt dan de functie van opslagplaats voor materieel en gaat voortaan door het leven als “Depot 6”. De Koude Oorlog breekt uit en de luchtmacht moet op een zo groot mogelijke sterkte komen. Grote hoeveelheden vliegtuigen worden aangekocht uit overtollige na-oorlogse stocks van de Britten en de Amerikanen. Zo ontstaat er ook in België een surplus aan materieel dat in reserve dient te worden opgeslaan. Die opslag gebeurt in Wevelgem. Zo passeert een grote diversiteit aan vliegtuigtypen op het Wevelgemse vliegveld. De meeste vliegtuigen worden bewaard met het doel ze later opnieuw in dienst te kunnen nemen. De bewaartijd van vliegtuigen, veelal in open lucht, en de snelle technologische evolutie in die jaren zorgt ervoor dat heel wat vliegtuigen in Wevelgem uiteindelijk gesloopt worden, verkocht worden of doorgeschoven worden naar Koksijde voor verdere opslag (in de zilte zeelucht, sic).

Vanaf 1947 neemt de luchtmacht in grote getalen Britse Gloster Meteor straaljagers in dienst. Een aantal van daarvan worden in reserve gehouden in Wevelgem. Op die manier doet het straaltijdperk definitief haar intrede in Wevelgem. Het vliegveld wordt ook regelmatig gebruikt voor trainingsvluchten door andere eenheden of deed dienst als uitwijkvliegveld in geval een terugkeer naar een andere basis door weer of brandstoftekort niet meer mogelijk was. In de jaren ’60 en ’70 organiseert de luchtmacht grote airshows in Wevelgem, ook al neemt haar aanwezigheid in die jaren snel af.

Na 1962 Burgerluchthaven

In 1962 beslist het Ministerie van Defensie om de Luchtmachtbasis van Wevelgem af te stoten. Dat is ook de periode waarin de eerste burgeractiviteiten beginnen op de terreinen van het vliegveld. Reeds begin jaren ’60 krijgen enkele zweefvliegers de toelating om het vliegveld in het weekend te gebruiken. Naarmate de jaren vorderen en de militaire aanwezigheid mindert, krijgen meer burgerpiloten en organisaties de toelating om het vliegveld te gebruiken voor sportvliegerij.

De controletoren begin jaren '80

In 1965 wordt het vliegveld officieel overgedragen aan de regionale ontwikkelingsmaatschappij Leiedal en tal van activiteiten beginnen er zich te ontwikkelen: sportvliegerij (individueel en in clubverband), zweefvliegerij, post- en pakjesvervoer, chartervluchten, vliegopleiding, reclamevluchten, enz. In 1973 wordt een tunnel aangelegd voor de autosnelweg A17/E403 zodat de startbaan op haar volle lengte kan behouden blijven. In 1993 wordt de luchthaventerminal gebouwd. In 2020 krijgt de luchthaven haar huidige vorm met rechtgetrokken taxibanen, grote parkeerplatformen en moderne loodsen. De voorbije 25 jaar is ook de aanwezigheid van helikopters sterk toegenomen.

De navigatiehulpmiddelen en luchthavenuitrustingen evolueren tot de modernste systemen die vandaag ter beschikking zijn. Vliegtuigen worden meer en meer geconstrueerd met kunststoffen en beschikken over steeds betere technologie om een veilige vlucht te garanderen (ook bij slecht weer).

De zweefvliegactiviteiten vieren hoog tij tot 1998

Vandaag positioneert de luchthaven zich als zakenluchthaven ter ondersteuning van het economisch weefsel van Zuid-West-Vlaanderen

Maak een website of blog op WordPress.com